Den Helder (Mei 2016)
Het Friese landschap.
Zwarte Haan (aan de Waddenzee).
De afsluitdijk.
Willemsoord (marinewerf) Den Helder.

De voormalige rijkswerf Willemsoord, ook wel Oude Rijkswerf genoemd, is sinds het terugtrekken van de Koninklijke Marine naar nieuwe werflocatie in Den Helder omgevormd tot een nautisch themapark. Het terrein bevat vele uitgaansgelegenheden en (historische) bezienswaardigheden.

Het lichtschip Texel.

Het lichtschip Texel werd in 1951 gebouwd door de Rijkswerf Willemsoord in Den Helder. Het schip was in dienst van 30 september 1952 tot begin 1992. Sinds 1996 ligt het lichtschip als museumschip afgemeerd in de museumhaven van Willemsoord. 

De Schorpioen (1868).

Zr. Ms.Schorpioen is een Nederlands pantserschip, het werd in 1868 in Toulon gebouwd. De Schorpioen vormde samen met het in Schotland gebouwde zusterschip Buffel de kern van de vernieuwde Koninklijke Marine, nog tot 1905 de Koninklijke Nederlandse Zeemacht. Ze vervingen de verouderde houten schepen die van zowel stoomvoortstuwing als van zeilen gebruikmaakten en gladloopskanonnen voerden. De nieuwe schepen waren uitgerust met zware getrokken 23 cm kanons en een zware bepantsering. De romp had een gordelpantser van 15 cm en de geschuttoren, met twee kanons, had een bepantsering van bijna 30 cm.

Bij de bouw was het schip uitgerust met twee driepootsmasten en kon het zo'n 600 mē zeil voeren. Omdat het schip moeilijk te zeilen bleek, werden de masten en de tuigage een aantal jaren later verwijderd. De grote stoommachines zorgden voor een snelheid van zo'n 13 knopen. Het meest in het oog springende wapen was de ramsteven, iets anders dan die van de Buffel, maar dit overschatte wapen werd nooit gebruikt.

De staat van dienst is net als die van de Buffel niet erg indrukwekkend. In 1886 werd de Schorpioen in de achtersteven geraakt door een raderstoomsleper  in de haven van Den Helder en zonk in twee uur tijd. Hierna werd het schip gelicht en gerepareerd. In 1908 werd het schip uit dienst genomen en omgebouwd tot een logementschip. Het bood onderdak aan de torpedodienst, de matrozenopleiding en de onderzeebootdienst.

Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog viel het schip in Duitse handen en werd het naar Duitsland gesleept om daar als logementschip te dienen. Na de oorlog, in 1947, werd de Schorpioen in Hamburg gevonden en naar Den Helder teruggesleept, waarna het weer als logementschip werd gebruikt, eerst in Amsterdam en later, van 1951 tot 1971, voor de MARVA in Den Helder. Leerlingen van de zeevaartschool in Den Helder, Internaat Prinses Margriet, hebben er ook nog gebruik van gemaakt. Korte tijd woonden er krakers aan boord, maar in 1982 werd het ramschip aangekocht door de Stichting Ramschip Schorpioen om het in Middelburg voor publiek aan de kade te leggen. Na een lange restauratie kon het op 3 juli 1989 de deuren openen.

In december 1998 kocht de Koninklijke Marine het schip terug van de stichting. Hierna werd het ramschip naar het Marinemuseum in Den Helder gebracht. In mei 2000, na een restauratie van achttien maanden, werd het als museumschip opengesteld voor het publiek.

 
Onderzeeboot Hr. Ms.Tonijn.

Hr.Ms. Tonijn was een Nederlandse onderzeeboot van de Potvisklasse. Het schip werd in het begin van de 60'er jaren van de 20ste eeuw gebouwd door de Schiedamse scheepswerf Wilton-Fijenoord.

De Tonijn is een driecilinder-onderzeeboot van de Potvisklasse. Deze klasse vormde tussen 1960 en 1991 de kern van de Nederlandse onderzeedienst. De Tonijn heeft tussen 1966 en 1991 vele eskaderreizen gemaakt en operationele missies uitgevoerd. Tijdens de vermissing van de Walrus op 16 december 1968 was de Tonijn een van de onderzeeboten die betrokken was bij de zoektocht naar de Walrus.

Zr. Ms. Bonaire (1877).

Zr. Ms. Bonaire is een Nederlands schroefstoomschip der vierde klasse van de Koninklijke Marine. Ze is het oudste nog bestaande Nederlandse marineschip dat in Nederland is gebouwd, door het Etablissement Fijenoord in Rotterdam de scheepswerf van de Nederlandse Stoomboot Mij.  Ze was een driemaster, die als voortstuwing behalve de zeilen ook een stoomgedreven schroef had. De stoominstallatie bestond uit twee Schotse ketels en een tweecilinder liggende stoomzuiger machine. De ijzeren scheepshuid van de Bonaire is geheel bekleed met teakhouten balken. Dit hout diende voor het bevestigen van zinken platen, met als doel het tegengaan van aangroei. Dat bleek niet te werken, maar de zinken platen hielpen wel als kathodische bescherming van de ijzeren scheepshuid.

Haar inzet als oorlogschip heeft zich beperkt tot enkele vaarten naar het Caribisch gebied tegen zeerovers uit Venezuela en Colombia.

In 1902 is de Bonaire uit dienst genomen en tot logementschip verbouwd, in welke hoedanigheid ze tot 1923 in Hellevoetsluis en Dordrecht lag. Ze is daarna aan de gemeente Delfzijl verkocht, die het tot 1988 gebruikte als logementschip voor Zeevaartschool Abel Tasman. Sinds 1996 ligt de Bonaire in een dok in Den Helder om te restaureren.

Het Nationaal Reddingmuseum Dorus Rijkers geeft een beeld van de geschiedenis van het Nederlandse reddingswezen op zee.

De kunstschilder Ap Kooistra aan het werk. Een bezoekje aan zijn viskotter was de moeite waard.

Terug naar de start pagina